Eenmanszaak omzetten naar BV
Er zijn verschillende soorten rechtsvormen voor een bedrijf: een BV, eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma (VOF). Het omzetten van je eenmanszaak in een BV brengt diverse (fiscale) voordelen met zich mee.
Aansprakelijkheid
Zo ben je als ondernemer met een eenmanszaak volledig persoonlijk aansprakelijk met je privé vermogen voor eventuele schulden. Bij een BV wordt het kapitaal verdeeld in aandelen en ben je beperkt aansprakelijk voor eventuele risico’s en schulden. Je bent dan als directeur-grootaandeelhouder in dienst van de onderneming. Als BV wordt het ook makkelijker om samen te werken met een ander of om je bedrijf ook te verkopen.
Belastingheffing
Een ander verschil tussen een BV of eenmanszaak is de belastingheffing. Een ondernemer met een eenmanszaak betaalt inkomstenbelasting over de winst in de onderneming. Deze winst wordt verminderd met twee aftrekposten: de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Als ondernemer met een BV ontvang je salaris waarover inkomstenbelasting verschuldigd is. Dit salaris wordt ook wel “gebruikelijk loon” genoemd. Aan dit gebruikelijk loon heeft de wetgever eisen gesteld. Als ondernemer met een BV kun je helaas niet profiteren van de zelfstandigenaftrek en MBK-winstvrijstelling. Maar je krijgt wel te maken met de inkomensafhankelijke arbeidskorting, algemene heffingskorting en bijdrage aan de Zorgverzekeringswet op je salaris.
Fiscale voordelen
Ook kunnen er fiscale redenen zijn om je eenmanszaak om te zetten in een BV. Bij een eenmanszaak moet er elk jaar tot maximaal 49,5% inkomstenbelasting betaald worden over de winst. Over de eerste € 38.441,- betaal je een tarief van 35,82%. Tussen € 38.441,- tot € 76.817,- betaal je het tarief van 37,48%. Boven € 76.817,- betaal je het hoogste tarief van 49,5%. Een BV betaalt 19% vennootschapsbelasting over winsten tot € 200.000,-, daarboven geldt 25,8%. Met een BV kan belastingbetaling uitgesteld worden door vermogen in de BV te laten zitten. Besluit je om het geld uit je BV te halen naar privé in de vorm van dividend, dan wordt daarover tot een uitkering van € 67.804,- 24,5% inkomstenbelasting in box 2 geheven, van € 67.804,- tot hoger geldt een tarief van 31%. Het nadeel van een BV is dat er hogere administratiekosten zijn, maar in de toekomst kan een BV gemakkelijker worden overdragen dan een eenmanszaak.
Heb je een fiscale partner? Dan kun je de eerste schijf tweemaal benutten en in 2025 dus € 135.608,- dividend uitkeren tegen 24,5%. Of je daadwerkelijk minder belasting betaalt dan in 2024 is nog maar de vraag, want er is ook een wijziging in 2025 in de algemene heffingskorting. Vanaf 2025 is de hoogte van de algemene heffingskorting niet meer alleen afhankelijk van het box 1 inkomen, maar van het verzamelinkomen, box 1, box 2 en box 3 samen. De algemene heffingskorting is in 2025 maximaal € 3.068 en deze daalt met 6,337% naarmate het inkomen stijgt (bij inkomens van € 28.406 tot € 76.817).
De algemene heffingskorting van jou of je partner kan dus minder worden of zelfs vervallen, waardoor de dividenduitkering in feite meer kost dan eerder gedacht. Laat dit dus tevoren door een accountant of fiscalist.