Geld opnemen uit een BV
Ondernemers met een BV ontvangen de verdiensten van hun werkzaamheden in de BV. De BV is een rechtspersoon en wordt vertegenwoordigd door het bestuur. De ondernemer is eigenaar van de BV en als hij ook bestuurder is, wordt hij directeur groot aandeelhouder, DGA, genoemd. De BV ontvangt het verdiende geld op de eigen bankrekening en kan over dit geld beschikken voor uitgaven van de BV. Als de DGA geld uit de BV wil opnemen, kan er salaris of dividend uitgekeerd worden of geld van de BV worden geleend.
De BV is verplicht aan de DGA een salaris uit te keren. De belastingdienst stelt dat dit salaris tenminste gelijk moet zijn aan het hoogste van de volgende drie bedragen: het salaris van een vergelijkbare baan, het salaris van de hoogst betaalde werknemer of een minimaal bedrag van € 56.000,00. Het salaris is een uitgave van de BV die aftrekbaar is van de winst en waar privé inkomstenbelasting over betaald wordt. Tot een inkomen van € 75.518,00 is 36,97% belasting verschuldigd, daarboven 49,50%.
De BV betaalt vennootschapsbelasting over de behaalde winst, 19% over een bedrag tot € 200.000,00, 25,8% daarboven. De winst die over is na aftrek van belasting kan uitgekeerd worden aan de eigenaar. Dat wordt een dividenduitkering genoemd. Over deze dividenduitkering wordt vervolgens een zogeheten aanmerkelijk belang belasting geheven, 24,5% tot 67.000,00, daarboven 33%. Op de dividenduitkering wordt eerst 15% dividendbelasting ingehouden, die aftrekbaar is van de verschuldigde aanmerkelijk belang belasting.
Het is ook mogelijk om geld van de BV te lenen. Over een lening wordt geen belasting geheven als aan de door de belastingdienst gestelde voorwaarden wordt voldaan. Er moet sprake zijn van een schriftelijk vastgelegde zakelijke overeenkomst met duidelijke afspraken over aflossing en rentebetaling. De rente moet marktconform zijn en de BV dient voldoende liquide middelen te hebben. Sinds 1 januari 2023 geldt de Wet Excessief lenen, die bepaalt dat er in 2024 maximaal € 500.000,00 geleend mag worden van de BV. Alleen een geldlening uit de BV voor het kopen van een eigen huis voor de ondernemer telt niet mee bij het bedrag van € 500.000,00, op voorwaarde dat de ondernemer in aanmerking komt voor hypotheekrenteaftrek en het hypotheekrecht van de BV in een notariële akte wordt vastgelegd. Als een BV privérekeningen van de DGA betaalt, ontstaat er een rekening-courant verhouding. Het gaat dan meestal om kleine bedragen. Tot een bedrag van € 17.500,00 hoeft daarover geen rente betaald te worden.
Als er meer betaald is voor een aandeel dan de nominale waarde, opgenomen in de statuten van de BV, heeft de BV een agioreserve. Deze agioreserve kan onder voorwaarden belastingvrij uitgekeerd worden aan de aandeelhouder. De BV geeft dan in een notariële akte aandelen uit aan de aandeelhouder, vervolgens wordt de nominale waarde van de aandelen door een statutenwijziging verlaagd en mag het bedrag dat vrij komt belastingvrij uitgekeerd worden.